Flower power psychiatrie

Psychedelische truffels tegen depressie?
31-03-2022

-

door verscheen in :
5 minuten
Leestijd:
Singer-songwriter Selah Sue draagt haar steentje bij om geestelijke gezondheidsproblemen bespreekbaar te maken en dat doet ze met verve. Onlangs gaf ze aan zelf de antidepressiva te hebben omgeruild voor psychedelische truffels. Onzin of nuttig?

Psychedelica of ‘tripmiddelen’ zijn stoffen die na consumptie hallucinaties veroorzaken. Ze veranderen je zintuiglijke waarnemingen en vaak ook je beleving van ruimte en tijd. Je beleeft een ‘trip’. Dat is meestal een prettige ervaring die enkele uren tot een dag aanhoudt, maar het kan ook fout lopen en leiden tot angst, paniekaanvallen en het vergeten dat men aan het trippen is (‘bad trip’), wat dan evengoed uren duurt. De meest bekende psychedelica zijn LSD, psilocybine in paddenstoelen en truffels en mescaline in de peyote-cactus. De truffels van Selah Sue bevatten dus psilocybine. Truffels zijn overigens de knollen van de paddenstoelen die kenners ‘magic mushrooms’, ‘psilo’s’ of ‘champies’ noemen.

Hippietijd

In de jaren zestig en zeventig waren psychedelica hippe drugs. Ze werden ingenomen om het zelfvertrouwen aan te wakkeren, eufore gevoelens op te wekken en door kunstenaars om de creativiteit op te krikken. Voor drugsdealers waren ze minder interessant, omdat psychedelica niet zo verslavend zijn als andere drugs. Bovendien is er een risico op psychose, de meest gevreesde nevenwerking, waardoor hun populariteit verder afnam. Na de hippietijd raakten de psychedelica grotendeels in de vergetelheid.

LSD is een speciaal geval. Lysergeenzuurdiëthylamide werd in 1938 bij het farmaceutisch bedrijf Sandoz in Bazel gesynthetiseerd uit moederkoorn, een schimmel die op granen leeft en substanties produceert die onderzocht werden als potentiële hartmedicijnen. De Duitse benaming lysergsäure-diäthylamid werd afgekort tot LSD. Omdat dierexperimenten uitwezen dat LSD te veel ongewenste effecten veroorzaakte, werd de molecule niet verder onderzocht. Tot een chemicus bij Sandoz in 1943 per ongeluk een dosis LSD binnenkreeg en een sterke hallucinogene ervaring beleefde. LSD werd na deze ervaring getest als potentieel medicijn voor schizofrenie, maar ook dat werd geen succes. Het farmacologisch onderzoek werd opnieuw stopgezet. In de jaren zestig werd LSD door onder andere de Amerikaanse psycholoog Timothy Leary opgevist en geïntroduceerd als middel voor spirituele verrijking. Leary was één van de belangrijkste promotoren van de drug LSD.

Serotonine

De werking van LSD is zeer vergelijkbaar met de werking van psilocybine, al zijn de effecten van LSD krachtiger. Beide hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze qua scheikundige structuur lijken op serotonine, de neurotransmitter in het brein die een rol speelt in het reguleren van stemming, emotie, zelfvertrouwen, eetlust en slaap. Depressieve gevoelens worden vaak toegeschreven aan een relatief tekort aan serotonine en veel antidepressiva werken in op dit serotoninesysteem. Psychedelica doen dat ook: ze bezetten serotoninereceptoren, wat dus mogelijkheden zou kunnen bieden in de farmacologische behandeling van depressie. Die mogelijkheden zijn al langer gekend en werden uitgebreid bestudeerd in de jaren vijftig en zestig van vorige eeuw, waarna de interesse opnieuw wegebde. De nevenwerkingen zijn namelijk niet min en het venster tussen een veilige therapeutische dosis en een toxische dosis is nauw.

Revival

De verbeterde kennis van de neuronale netwerken in het brein leidde in het voorbije decennium voor de vierde maal op rij tot een revival. Dit keer met psychedelica in microdoses (één tiende van de eerder beproefde doses). Sinds 2015 verschenen tientallen nieuwe publicaties over gebruik van psychedelica in de psychiatrie bij beperkte patiëntengroepen. Hier en daar worden gunstige effecten aangetoond met deze microdoses in combinatie met psychotherapie. Voor het eerst zijn er aanwijzingen dat psilocybine angst vermindert en antidepressief werkt – soms zelfs bij patiënten met weinig respons op eerdere antidepressiva. Esketamine, een variant van het verdovende en zogenaamd dissociatieve middel ketamine, onder vorm van nasale spray, werd in de VS goedgekeurd als behandeling van therapieresistente depressie.

Ketamine, ook bekend als ‘special K’, ‘K’ of ‘keta’, is een wit poeder, gelijkend op coke, dat als drug vooral populair is in het technodance-milieu. In lage doses is het opwekkend, terwijl het in hogere doses psychedelisch wordt. 

Enkele problemen dienen zich wel aan: zo is het venster tussen een veilige werkzame dosis en een toxische dosis nog steeds gering en is er nog te weinig gekend over nevenwerkingen op lange termijn. Het effect blijft ook niet lang aanhouden. Echt kwaliteitsvolle studies (dat wil zeggen, gerandomiseerd, placebogecontroleerd (niet eenvoudig bij een product met nogal evidente effecten zoals hallucinaties), zijn zeldzaam. Veel studies zijn observationeel of zelfs een verzameling van getuigenissen en biochemisch gespeculeer zonder hard bewijs.

Daarom zijn psychedelica geen eerstekeuze-behandeling bij depressie. Wel kunnen ze bij therapieresistente hardnekkige depressies soms soelaas brengen, in precies bepaalde doseringen (door een apotheker in een laboratorium) en steeds onder begeleiding van psychiaters en therapeuten die er ervaring in hebben. Het blijft tot op heden een experimentele behandeling. In de academische ziekenhuizen van Utrecht en Groningen zijn studies lopende met psilocybine bij therapieresistente depressie. Ook in het Verenigd Koninkrijk gebeurde nogal wat onderzoek Aanmelden voor deze studies kan niet meer. Thuis experimenteren wordt ten stelligste afgeraden: studies gebeuren onder urenlang intensief toezicht van ervaren professionals.

Er is voorlopig veel te weinig evidence om het breed inzetten van psychedelica tegen depressie en andere psychische problemen te verantwoorden, in tegenstelling tot bekende medicatie en psychotherapie. Sommige studies zijn interessant, maar moeten verder uitgebreid worden. Ook getuigenissen van bekende artiesten veranderen daar voorlopig niets aan.

Authors
Marleen Finoulst
Publicatiedatum
31-03-2022
Opgenomen in
Gezondheid