Kwantummechanica en paranormale verschijnselen

14-06-2009

-

door
2 minuten
Leestijd:
Een zesdejaarsleerling heeft een vraag aan SKEPP over kwantummechanica en paranormale verschijnselen.

Ik ben een zesdejaarsleerling aan het Koninklijk Atheneum Koekelberg en ik werk aan een eindwerk over de filosofische en paradoxale kanten van kwantummechanica. In dit eindwerk behandel ik onder andere parapsychologie en andere gebieden waarin de kwantumtheorie soms wordt aangeroepen als bewijs van de juistheid van bepaalde theorieën.
Zo zou de befaamde Einstein-Podolsky-Rosenparadox (EPR-paradox) een bewijs vormen van het bestaan van een soort telepathische band tussen voorwerpen, of van sneller-dan-lichtcommunicatie. Dit verband tussen schijnbaar onafhankelijke gebeurtenissen vinden we ook terug in de synchroniciteitstheorie van C.G. Jung. Ook in New Age wordt wel eens verwezen naar de gelijkenissen tussen Oosterse religies en het wereldbeeld dat de kwantummechanica ons opdringt. Mijn vraag is dan ook tweeledig:

 

  • Biedt de kwantumtheorie een wetenschappelijke basis voor paranormale verschijnselen?
  • Herontdekt de moderne wetenschap kennis die reeds duizenden jaren geleden bekend was aan (Oosterse) mystici?

Ik verzamel verschillende gezichtspuntenbetreffende dit soort ideeën, zowel pro als contra, en ik zou het ten zeerste appreciëren indien ik ook jullie standpunt hierover zou kunnen vernemen.

ANTWOORD SKEPP : Het antwoord op beide vragen is NEEN. Deze manier van redeneren is het gevolg van het succes van de metaforen-verkoper Fritjof Capra. Vanuit een links-poëtische onvrede met de harde en koele wetenschap schreef hij twintig jaar geleden als pas afgestudeerd fysicus (heeft nadien nooit meer een lab betreden) een boekje dat in hippie -(later new-age-)kringen nog altijd geldt als een nieuwe bijbel. De band tussen kwantumfysica en oosterse wijsheden is echter niet aan te houden. De zenmeesters hebben geen ver voorgevoel gehad over de echte aard van de subatomische werkelijkheid. Net zomin als een oude Griek enig idee had van de atoomstructuur van de wereld.
Nogal wat adepten van het paranormale zien in de paradoxen van de kwantummechanica een mogelijk aanknopingspunt naar een wetenschappelijke theorie van het paranormale. Omgekeerd is dat veel minder het geval: slechts enkele kwantumfysici nemen het paranormale serieus.
De paradox van Einstein-Podolsky-Rosen is in elk geval geen bewijs voor het bestaan van telepathie, als men daaronder verstaat: het buitenzintuiglijk communiceren tussen mensen. De kwantummechanica heeft daar niets mee te maken en zegt daar helemaal niets over. Sommigen menen uit die paradox te moeten afleiden dat communicatie sneller dan licht inderdaad mogelijk is, maar wat heeft dat met telepathie te maken?

Een andere interpretatie van de EPR-paradox is dat de deeltjes niet echt communiceren, maar dat ze op voorhand "wisten" wat er zou gebeuren. Sommigen leiden daaruit af dat tijd een illusie is en dat het mogelijk zou zijn toekomstige gebeurtenissen te kennen, m.a.w. toekomstvoorspellingen zijn in principe niet onmogelijk. Er zijn echter andere interpretaties die veel meer aanhang hebben onder fysici en filosofen, en helemaal niets met het paranormale van doen hebben. De kwantummmechanica kan alleen in wiskundige formules correct worden uitgedrukt, interpretaties voegen er iets aan toe of gebruiken metaforen die nooit precies hetzelfde kunnen uitdrukken.

Wat de synchroniciteit van Jung betreft is het zo dat de bekende fysicus Wolfgang Pauli daar belangstelling voor had, maar veel succes heeft hij daarmee niet geoogst. De enige band tussen parapsychologie en kwantumfysica zou kunnen zijn dat de intrigerende en moeilijke te begrijpen complicaties van de kwantumfysica gemakkelijk misbruikt kunnen worden om de zeer onwaarschijnlijke beweringen van de parapsychologie achter een gordijn van wetenschappelijk klinkende nonsens te camoufleren.

Authors
SKEPP
Publicatiedatum
14-06-2009
Opgenomen in
Kwantumkwak