Het nieuwste boekje in de reeks "De Skeptische Kijk" is uit.
U kan het hier bij Owl Press bestellen.
Creationisten zijn christelijke fundamentalisten die beweren dat de bijbel het woord gods is waaraan niet te tornen valt. Zij geloven in een letterlijke interpretatie van de bijbel en negeren de bewijskracht van de evolutiewetenschappen (genetica, ethologie, evolutietheorie, geologie, paleo-antropologie, biochemie enzovoort). Creationisten vormen echter een kleine minderheid onder de christenen, en zijn vooral sterk vertegenwoordigd in het zuidelijke deel van de Verenigde Staten. Typisch creationistische groeperingen zijn de getuigen van Jehovah, de mormonen en bepaalde strekkingen binnen het protestantisme. Binnen het katholicisme vormt het creationisme een zeer kleine minderheid, in 1996 verklaarde de paus immers publiek dat 'de evolutietheorie meer is dan enkel een theorie'. Voor de meeste christenen vormen deze tegenstrijdigheden niet echt een probleem voor hun geloof. Voor hen hebben bijbelse teksten eerder een symbolische waarde.
Geen enkele ernstige geschiedkundige en zelfs vele theologen twijfelen niet aan het mytische karakter van de opstanding. Laat de tegenstrijdigheden voor zich spreken:
Bij Marcus zit er één engel in het graf, nu zit er één engel buiten op de steen van het graf.
Deze tegenstrijdige versies tonen duidelijk aan dat er van onfeilbare goddelijke inspiratie geen sprake kan zijn, maar dat dit het resultaat is van menselijke verhalen die ontstaan zijn in de tradities van verschillende kerken en religieuze gemeenschappen, die toen bestonden.
Mattheüs en Lucas voegen daar nog iets komisch aan toe. Ze stellen een stamboom van Jezus op, maar het is de stamboom van Jozef, waarvan ze zelf beweren dat hij niet de vader is! Tot overmaat van ramp zijn die stambomen totaal uiteenlopend: de vader van Jozef heet volgens de ene Jacob en volgens de andere Elie. Dat gaat dan in twee verschillende reeksen - ze komen samen bij Zorobabel en Salatiël, en gaan dan weer uiteen, om via twee verschillende zonen bij David terecht te komen.
Bij Mattheüs zijn er 25 schakels tussen Jozef en David, bij Lucas zijn er 40 schakels. Dat bewijst dat er een grote behoefte was om van Jezus een zoon van David te maken en daarvoor vinden ze om het even wat uit.
Hoe kan Jezus geboren zijn 4 vòòr Christus en 6 nà Christus?
Met betrekking tot mirakelverhalen zeggen christenen dat god deze kan laten gebeuren omdat god almachtig is. Dit is echter een schijnoplossing, want waarom zou god dan de wereld niet in één dag kunnen gevormd hebben, of waarom zou god dan geen koning van de Filistijnen in Palestina hebben kunnen doen wonen vijfhonderd jaar voor de Filistijnen er toekwamen?
Mirakelen worden door de geschiedenis heen voortdurend toegeschreven aan iemand met status, gezag en prestige. Van Boeddha werd eveneens gezegd dat hij op het water kon lopen. Van Boeddha alsook van Jezus werd gezegd dat zijn op het water konden lopen. Welk criterium heeft men om uit te maken of de ene het hon en de andere niet?
Hoeveel engelen bevinden zich rond het graf bij de verrijzenis van Jezus volgens de vier evangeliën?
Bovenstaande tegenstrijdigheden zijn reeds zo overduidelijk en doorslaggevend dat we kunnen besluiten dat er van goddelijke onfeilbare inspiratie geen sprake kan zijn en de bijbel onbetrouwbaar is.
De moord op de onnozele kinderen wordt niet vermeld bij de geschiedschrijver Flavius Josephus. Nochtans bespreekt hij in ongeveer 100 bladzijden(!) talloze misdaden van Herodes.
Een boek dat als Gods woord de zuivere waarheid zou moeten uitdragen, bevat reeds manifest onwaarheden in de opgave van de auteurs van de diverse werken. Het schrijft boeken toe aan Salomon en psalmen aan David, hoewel ze honderden jaren na hen geschreven zijn. Teksten staan op naam van een profeet hoewel er in ver uiteenliggende perioden aan gewerkt is (bv. Jesaja). Profetieën komen uit omdat ze werden geformuleerd na de besproken gebeurtenissen en vervolgens aan een vroegere profeet toegedicht (bv. Daniël).
Bij de vier evangelisten vindt men teksten waaruit blijkt dat Johannes de Doper goed moest weten dat Jezus diegene was die na hem in Gods naam kwam. Zo is er bij het doopsel van Jezus een stem uit de hemel die zegt: "Deze is mijn welbeminde zoon in wie ik mijn welbehagen heb" Als Johannes de Doper dat gehoord heeft weet hij waaraan zich te houden.
Nochtans staat bij Mattheüs als bij Lucas dat Johannes de Doper zijn leerlingen naar Jezus stuurt en vraagt: "zijt gij het die komen moet of moeten we een ander verwachten?" Die stem uit de hemel had hem hiervan toch reeds op de hoogte gebracht?
Mt en Lc willen eigenlijk aantonen (na zijn dood) dat hij de Zoon van David is. Bethlehem was de stad van David; dus MOET hij geboren worden in Bethlehem. Ze gebruiken een verschillende techniek om hem in Bethlehem te laten geboren worden. De ene door zijn ouders daar te laten wonen, de andere door een volkstelling: de doelstelling wordt gerealiseerd, maar de middelen zijn tegenstrijdig.
Jezus was een Galileeër, vermoedelijk in Nazareth geboren.
De volkstelling van Quirinius, waarbij de mensen naar het dorp van hun voorouders moesten gaan, heeft nooit plaatsgevonden en is dus legendarisch. Overigens, over welke voorouders zou het gaan en hoe zou men hun plaats van oorsprong kennen in een tijd waar nog geen sprake was van burgerlijke stand?
("wie zonder zonde is werpe de eerste steen"):
Creationisten proberen met deze passus meestal het gebod van god uit het Oude Testament af te zwakken dat een vrouw moeten worden gestenigd indien zij vòòr haar huwelijk geen maagd meer is . Voor christenen is het NT doorslaggevend en zou het verhaal van de overspelige vrouw, die gered wordt door Jezus wanneer zij op het punt staat te worden gestenigd door mannen, het gebod uit het OT opheffen. Deze vluchtweg valt weg aangezien dit verhaal zeker niet van Jezus is maar van latere datum, een latere toevoeging aan de bijbel (wat je zelfs expliciet in de voetnoten van de bijbel kan lezen). Dit verhaal vindt men ten vroegste in teksten vanaf 5e eeuw nà Christus.
Wat in het NT precies van Jezus komt, wat hij heeft gezegd, weten we niet. Men had in die tijd de neiging om zaken die mooi klinken aan hem toe te schrijven. Dit is het gevolg van de idolatrie van zijn volgelingen.
Wanneer men het ontstaan van de wereld tracht te verklaren, doet men beroep op Genesis (het scheppingsverhaal). Problematisch wordt het als je creationisten de vraag stelt welk scheppingsverhaal in Genesis we moeten geloven: het ene maakt melding dat de mens geschapen is NA de dieren (Gen 1), het andere dat de mens geschapen is VOOR de dieren (Gen 2):
(* De aanduiding "God" is in dit eerste verhaal "Elohim"!)
(* Het tweede verhaal spreekt over "Jahwe" niet over "Elohim"!)
Is de mens geschapen nu eigenlijk geschapen VOOR de dieren of NA de dieren?
Doorgaans antwoorden creationisten daarop dat:
De creationisten - die anders zoveel belang hechten aan een letterlijke interpretatie van de bijbel - laten ons in dit geval boetseren interpreteren als plaatsen (in een hiërarchische volgorde). Er staat niet dat Jahwe de dieren één voor één plaatst, wel dat hij ze één voor één boetseert. Er staat ook niets over een hiërarchische volgorde, dat is een menselijke interpretatie.
Dat het twee verschillende scheppingsverslagen zijn die niet met elkaar stroken blijkt precies uit het verschil in taalgebruik:
De bijbel meldt nochtans goddelijke aansporing tot moord en doodslag:
Wanneer de Israëlieten een stad aanvallen buiten Kanaän, dan zullen ze zich ertoe beperken de mannen te doden; de vrouwen en kinderen mogen ze in slavernij wegvoeren. Zodra ze echter Kanaän zijn binnengetrokken, moeten ze mannen, vrouwen èn kinderen doden; er mag geen levende ziel overblijven, zegt de Heer. (vergelijk: Deut. 20,10 - 19; 2,34; 7,2 en 16 + Ex. 23,23 + Num. 31, 17) Meestal gehoorzamen de Israëlieten voorbeeldig. (vergelijk: Jos. 6, 17-21; 8, 24; 10,28-40; 11, 10)
Iedereen kan de teksten erop nalezen en vaststellen dat dit bevel om zelfs zuigelingen te doden, van God zelf uitgaat en dat hij woedend is als ze het niet uitvoeren. Dat volstaat reeds om te zeggen dat deze god een verachtelijk monster is en dus als volmaakt wezen niet kan bestaan. Het gaat echter over de god van het judaïsme en het christendom en het staat in zijn eigen Openbaring.
Bepaalde christenen proberen dit zelfs te legitimeren door de motieven van god te benadrukken. Hoewel men zich zou moeten afvragen hoe dit te rijmen valt met een liefdevolle, arbarmelijke god.
Een vrouw die voor haar huwelijk niet meer maagd is, moet worden gedood
(Deut. 22, 21)
Hoewel sommige christenen van mening zijn dat de bijbel letterlijk moet worden geïnterpreteerd, is het duidelijk dat men deze passus in onze huidige tijd niet zo letter meer neemt. Het slagveld aan vrouwen zou momenteel uiteraard niet te overzien zijn.
Alleen is het niet zo duidelijk wat we nu wel of niet letterlijk moeten interpreteren - de bijbel zélf geeft dat niet aan - met als dramatisch gevolg: talloze religieuze bewegingen en sekten die allen denken de waarheid in pacht te hebben.
Oud Testament: Gen. 9, 25 --- Lev. 25, 44-46 --- Spreuken, 29, 19 --- Ecclesiasticus 33, 25-29; --- enz...
Nieuw Testament: 1 Tim., 6,1 --- 1 Cor. 7,21 --- Col. 3,22 --- Eph. 6,5 --- enz...
Wie zou denken dat het hier om verkeerde interpretaties van deze teksten gaat, zal alle illusies verliezen als hij de commentaren bestudeert die de joodse schriftgeleerden hierbij hebben gemaakt (zie Strack en Billerbeck, Kommentar zum neuen Testament aus talmud und Midrash, IV, 26).
Indirekte gevolgen van deze (goddelijke) teksten zijn onder meer de slavenhandel van Afrika naar Amerika waarbij circa twaalf miljoen mensen in de meest gruwelijke omstandigheden werden overgesleept. Na aankomst was hun gemiddelde levensduur nog amper zeven jaar. (Twaalf miljoen mensen is ongeveer tweemaal zoveel als de nazi1s naar de kampen voerden).
Bepaalde christenen voeren hier weerom tegen in dat dit niet god1s schuld is maar wel die van de mensen, meer bepaald het katholicisme, die god1s woord misbruiken. Klopt, maar het gaat erom dat God - als zo1n almachtig wezen zou bestaan - de slavernij in de bijbel aanmoedigt en tevens al dat leed had kunnen voorkomen door dit uit zijn Openbaring weg te laten.
LINKS:
Bewijzen van overgangsfossielen tussen soorten
Bijvoorbeeld Mattheüs 25, 41; Mt.3,12; Mc. 8,48; Lc. 3,17; Paulus in 2 Thess. 1, 9; Apoc. 21, 8 verwijst "een poel van vuur", die een "tweede dood" genoemd kan worden.
De gedachte van een eeuwige straf is absurd. We zijn allen bepaald door een erfelijke aanleg en door invloeden van buitenaf die we zelf niet hebben gekozen. Bovendien is er geen strikte scheiding te trekken: er zijn een klein aantal zeer slechte mensen en een klein aantal zeer goed en vreedzaam. Maar het grootste deel ligt daar tussen en heeft van beide wat.